Heerenveen Lokaal stelde maar liefst 18 vragen aan Burgemeester en Wethouders van Heerenveen. Hieronder de vragen en antwoorden van Gemeente Heerenveen, onderaan dit artikel de vragen beantwoord in PDF
Onderwerp: Infosessie locaties AZC maandag 18 november 2024
Inleiding:
Vragen die HL/GBH graag beantwoord ziet worden in de infosessie n.a.v. de informatie
verstrekt aan de gemeenteraad.
1: Vraag:
Stap 6 in het stappenplan; wanneer vinden de gesprekken plaats zoals vermeld in stap 6
van het stappenplan? Met wie, hoe en waarover?
Antwoord:
De portefeuillehouder heeft daags na het collegebesluit telefonisch contact gehad met
alle drie de wijkraden. Tijdens dat gesprek is het collegebesluit toegelicht.
Op 18 november heeft er een overleg plaatsgevonden met de gezamenlijke wijkraden, de
portefeuillehouder en ambtelijke ondersteuning. De wijkraden hebben hun zorgen en
ongenoegen geuit over de manier van informatieverstrekking vanuit de gemeente. Er is
afgesproken dat er een brochure wordt samengesteld, bedoeld voor de inwoners met
daarin (ook meertalig) een heldere uitleg over hoe besluitvorming binnen de gemeente
tot stand komt en verder een toelichting op het proces van de locatiekeuze. Deze
brochure zal aan de wijkraden worden voorgelegd voordat verspreiding plaatsvindt.
2: Vraag:
Wanneer is alle info zoals de raadsleden hebben ontvangen openbaar?
Antwoord:
Alle stukken die de gemeenteraad in de periode april 2024 tot op heden heeft ontvangen
m.b.t. dit dossier (raadvoorstel, locatieonderzoek met bijlagen) zijn inmiddels openbaar
en o.a. terug te vinden op de projectwebsite (www.heerenveen.nl/azcheerenveen).
3: Vraag:
In de laatste versie van de gebiedsvisie A32 wordt gesproken over woningbouw langs
Weinmakker. Is er al een exacte locatie voor een AZC in noordoost bekend? Zo ja waar
en zo nee waarom nu nog niet?
Antwoord:
De gebiedsvisie A32 is nog in ontwikkeling. Definitieve plaatsbepaling is nog niet bekend.
Vooralsnog wordt gedacht aan het zuidelijkste deel van de locatie Noordoost (direct
achter de kantoren aan de K R Poststraat). Er is nauwe afstemming tussen beide
projectgroepen om de integraliteit ook op dit punt te borgen.
4: Vraag:
Welke informatie krijgen omwonenden met betrekking tot bewegingen (looproutes etc) in
hun directe buurt en worden direct omwonenden persoonlijk geïnformeerd?
Antwoord:
Er zal geen informatie beschikbaar komen over individuele bewegingen van de
asielzoekers.
Meer algemeen: Met de in te stellen meibougroup worden afspraken gemaakt over de
inrichting van de openbaren ruimte rondom de asielzoekerswoningen.
5: Vraag:
Welke maatregelen zullen er worden genomen om overlast in de directe omgeving van een AZC te
voorkomen?
Antwoord:
Het is niet zo dat asielzoekeropvang per definitie leidt tot overlast. Temeer daar het COA
via intensieve begeleiding en beveiliging hierin preventief handelt.
Via de meibougroep kunnen afspraken gemaakt worden over periodieke monitoring om
met het COA te bespreken hoe het gaat rondom asielzoekerswoningen. Ook kunnen
daarbij afspraken worden gemaakt hoe te handelen igv overlast.
Buiten het terrein van de asielzoekerswoningen gelden de normale procedures, zoals die
voor eenieder gelden, wanneer er sprake is van overlast.
6: Vraag:
zijn scholen in de omgeving van de nu bekende voorkeur locaties AZC op de hoogte gebracht van
de mogelijke impact? Welke extra voorzieningen worden er gepland en voor welke duur?
Antwoord:
Voorafgaand aan de gespreksavonden vond op 30 september een bestuurlijk overleg
plaats met de onderwijskoepels over kleinschalige opvang van asielzoekers. Met hen is
gesproken over de 5 locaties die op dat moment in beeld waren (Heerenveen Noordoost,
Skoatterwâld, De Greiden De Roerganger, Akkrum, Nieuwehorne).
Voor elk van de gespreksavonden waren de directies van de schoollocaties uitgenodigd.
Op de gesprekavonden in De Greiden en in Nieuwehorne waren ze ook aanwezig.
De mogelijke impact van asielzoekerswoningen in de buurt van een schoollocatie is
besproken. In het raadsvoorstel p6 onder punt h. is daarover de volgende tekst
opgenomen:
Als je door de bril kijkt van: Onderwijs
Kinderen die in asielzoekersopvang wonen gaan naar basisscholen in de gemeente. Dat kan afhankelijk van
het aantal kinderen op de locatie zelf of bij een “moederschool”. Wij kunnen als gemeente voor de
huisvestingskosten van dit basisonderwijs voor asielzoekerskinderen een beroep doen op de zogenaamde
OHBA-regeling. i Het COA voert deze regeling uit. Hierin zit bekostiging voor het terrein, gebouw,
onderwijsleerpakket, meubilair, gym uren, verzekeringen en ozb.
Kinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan, genieten onderwijs in een Internationale Schakelklas
(ISK). Deze is in Heerenveen reeds operationeel. Een toename van het aantal leerlingen kan echter
betekenen dat er extra ruimte nodig is.
De schoollocatie in Akkrum biedt fysieke ruimte voor extra leerlingen. In Nieuwehorne kan bij de
beoogde nieuwbouw rekening worden gehouden met extra leerlingen. In De Greiden is voor de geplande
nieuwbouw van de Roerganger geen rekening gehouden met extra leerlingen. Bij MFA Spil in
Skoatterwâld is wel ruimte.
Voor het eerste jaar taalles zou mogelijk in Akkrum een taalklas kunnen worden opgezet maar de vraag
is of er dan voldoende leerlingen zullen zijn.
Voor alle situaties geldt dat leerlingen na een eerste jaar taalklas instromen in de reguliere klassen. Dat
vereist specifieke expertise bij leerkrachten en die is nog niet in voldoende mate aanwezig.
Voor het voortgezet onderwijs is de locatie van de asielzoekerswoningen minder doorslaggevend omdat
leerlingen met eigen vervoer naar de school kunnen komen.
7: Vraag:
Wat is nu de beoogde looptijd van het AZC? Wat zijn de voorwaarden voor verlenging of
verkorting?
Antwoord:
In amendement-45 schrijft de gemeenteraad onder uitgangspunt 4:
Duur van de vestiging. De vestiging van het AZC zal in aanleg voor 10 jaar zijn, waarbij de
gemeenteraad ruim voor afloop van die periode kan besluiten of verlenging wenselijk en noodzakelijk
is. Hiermee scheppen we duidelijkheid voor onze huidige en nieuwe inwoners en daarmee het COA. Op
deze manier kan het COA vroegtijdig met de gemeente Heerenveen in overleg. Dit schept vooraf
duidelijkheid voor alle betrokkenen.
8: Vraag:
Welke aanpassingen zijn nodig aan de huidige bestemmingsplannen voor de voorgestelde AZC
locaties?
Antwoord:
Er zullen altijd planologische procedures moeten worden doorlopen. Welke dat exact zijn
hangt af van de nadere uitwerking (de Omgevingswet biedt meerdere mogelijkheden).
9: Vraag:
Hoe is er rekening gehouden met de sociale cohesie die een wijk aan kan?
Antwoord:
Inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties in een wijk weten als geen
ander wat er in hun buurt speelt. Om die reden hebben er als onderdeel van het
locatieonderzoek gesprekken plaatsgevonden in de wijken en dorpen. Deze inbreng
vormt mede de basis voor de afweging tussen de locaties. Daarnaast is ook de inbreng
van inwoners en andere belanghebbenden meegewogen die we hebben ontvangen via de
webformulieren (ruim 260 stuks), brieven (tientallen) en diverse telefoongesprekken.
Ook zijn cijfers vanuit o.a. het CBS gebruikt om een beeld te vormen van de effecten op
de sociale structuren. Tot slot heeft ook Team Veiligheid van de gemeente een analyse
gemaakt op de impact op de wijken en dorpen (zie bijlage 6.9 in de bijlagenbundel bij de
rapportage). Dit alles heeft meegewogen in de advisering, het collegebesluit en het
raadsvoorstel.
Naar de toekomst toe kan dit ook een onderwerp zijn voor de meibougroep.
10: Vraag:
Zijn er contractuele voorwaarden afgesproken met het COA (looptijd, maximale bewoners,
boeteclausules, beëindigingsclausule)?
Antwoord:
Wij kunnen pas na een besluit van de gemeenteraad tot definitieve contractuele
afspraken komen met het COA.
Wel heeft het COA al toegezegd dat ze een volwaardig facilitair pakket zullen leveren bij
de voorgestelde locaties.
11: Vraag:
Hoe worden de financiële risico’s ingeschat? Welke maatregelen moeten er worden genomen om
onverwachte kosten en veiligheidsmaatregelen op te vangen? Hoe wordt dit verwerkt in de
gemeentelijke begroting?
Antwoord:
Uitgaande van realisatie op gemeentelijke gronden kan er sprake zijn van een dempend
effect op de gemeentelijke grondexploitaties voor de gekozen locaties. De precieze
omvang daarvan zal pas duidelijk worden bij de nadere uitwerking.
De financiële uitvoeringsrisico’s liggen bij het COA als uitvoeringsorganisatie.
Extra kosten voor de gemeente worden gecompenseerd vanuit Rijksbijdragen en
specifieke subsidieregeling voor bijvoorbeeld onderwijs.
12: Vraag:
a. Hoe concreet en bindend zijn de beloftes over draagvlakonderzoeken?
b. In het document wordt gesproken over ‘zorgvuldige participatie’ en dat ‘de wensen van de
gemeenschap worden meegenomen.’ Wat is de juridische status van deze
participatieprocessen?
c. Worden de uitkomsten daadwerkelijk bindend, of blijft het een vrijblijvende adviesrol waar
de gemeente en het COA uiteindelijk vrij over kunnen beslissen?
Antwoord:
a. Er zijn geen beloftes gedaan over draagvlakonderzoeken.
b. We streven altijd naar zorgvuldigheid en de wensen van de gemeenschap zijn en
worden in de afwegingen meegenomen. Er is echter nog geen juridische status
verbonden aan de tot nu toe uitgevoerde participatie. Dat kan alsnog gebeuren
afhankelijk van de gekozen planologische procedure onder de Omgevingswet.
c. Deze vraag lijkt geformuleerd naar de toekomst (wordt het bindend?). We
veronderstellen dat u duidt op de meibougroep. V.w.b. die meibougroep lijkt ons
de participatietrede ‘coproduceren’ wenselijk. Dat vraagt aan de voorkant dan wel
heldere afspraken over bijvoorbeeld
- wat we verstaan onder co-produceren, – over de rolverdeling (tussen gemeenteraad, college, ambtelijk en betrokkenen
vanuit de samenleving), – over de precieze opdracht aan de meibougroep, – over hoe er zal worden omgegaan met de opbrengst van de meibougroep.
Voorafgaand aan het instellen van meibougroepen zullen de kaders voor deze
vorm van participatie aan uw gemeenteraad worden voorgelegd. Idealiter hebben
de beoogde meibougroepen ook een inbreng in deze kaders.
13: Vraag:
Welke gevolgen heeft een mogelijke juridische herziening van de Spreidingswet? Er wordt nu
rekening gehouden met de huidige eisen van de Spreidingswet, maar wat gebeurt er als deze wet
wordt aangepast of opgeheven, gezien de politieke onzekerheid op nationaal niveau? Is er een
exit-strategie of flexibiliteit ingebouwd in het plan voor het geval de wet verandert en de
verplichtingen wijzigen?
Antwoord:
Zolang de Spreidingswet er is zullen we ons daaraan moeten conformeren.
Nog voordat de Spreidingswet er was heeft de gemeenteraad besloten
verantwoordelijkheid te willen nemen en asielzoekersopvang te realiseren. Indien er t.z.t.
mogelijk geen Spreidingswet meer is, is het aan de gemeenteraad om te bepalen in
welke omvang er asielzoekersopvang in onze gemeente zal zijn.
14: Vraag:
Hoe wordt garandeert dat voorzieningen in de buurt voldoende capaciteit hebben? (scholen en
sportfaciliteiten) Bijvoorbeeld ook door tekort aan onderwijskrachten.
Antwoord:
Er is overleg geweest met de scholen en er zal nog nader overleg plaatsvinden over de
specifieke behoeften en wat daarvoor nodig is.
Amendement-45 zegt dat asielzoekers moeten worden aangemoedigd om gebruik te
maken van gemeentelijke voorzieningen. Er is momenteel geen aanleiding te
veronderstellen dat er onvoldoende capaciteit zal zijn.
15: Vraag:
Wordt er op de beoogde locaties rekening gehouden met het aantal te bouwen woningen
volgens Heerenveen Groeit? Zoals bijvoorbeeld voor de Greiden; De Greiden. Baseert het
onderzoek de 50 woningen puur en alleen op beschikbare m2 of is hier ook rekening gehouden
met eventuele beperkingen vanuit het bestemmingsplan waardoor het feitelijk aantal te bouwen
woningen een stuk lager uit kan komen dan de voorgestelde 50 woningen?
Antwoord:
Ja, Heerenveen Groeit is als uitgangspunt genomen voor wat betreft de aantallen te
bouwen woningen. Voor de locatie De Roerganger in De Greiden staat echter nog geen
aantal genoemd in Heerenveen Groeit. Ambtelijk inschatting is dat er ruimte zal zijn voor
ongeveer 50 woningen. Dit aantal kan wijzigen afhankelijk van de te kiezen woonvormen
(rijtjes, twee onder één kappers, hofjes, vrijstaand, etc.). N.B: dit staat los van
eventuele woningen voor asielzoekers.
16: Vraag:
Is er in het onderzoek rekening gehouden met lokale cijfers, zoals de huidige samenstelling van
een dorp/wijk of bijvoorbeeld de SESWAO-score?
Antwoord:
Ja, dergelijke cijfers zijn ingebracht tijdens het onderzoek en meegewogen in de totale
integrale afweging.
17: Vraag:
Het is ons duidelijk geworden dat na eerdere uitspraken vanuit de politie over de veiligheid, korps
bezetting etc de politie zich niet meer wil mengen in een verdere discussie over het vestigen van 1
of meerdere locaties. Moet de gemeenteraad de eerdere correspondentie met de politie te
negeren, omdat er nu sprake is van 2 azc locaties alle in de plaats Heerenveen?
Antwoord:
In het raadsvoorstel p8 onder punt L. is daarover de volgende tekst opgenomen:
Als je door de bril kijkt van: Veiligheid / Politie
Zoals u wenst in amendement-45 is de politie verzocht om zienswijzen aan te leveren over de locaties
Heerenveen Noordoost, Skoatterwâld, De Greiden, Akkrum, Nieuwehorne. Op districtsniveau Fryslân
heeft de politie echter als beleid niet langer dergelijke zienswijzen te leveren.”De politie acht het van
belang om te onderstrepen dat de politie zich niet mengt in politieke keuzes of locatievoorkeuren. Dit
achten wij niet passend bij onze rol en zou onze noodzakelijke neutraliteit aantasten. Een zienswijze die de
voorkeur voor een specifieke locatie impliceert, kan onze onafhankelijke positie in de samenleving
ondermijnen.” (citaat uit mail 31102024 van politie aan gemeente).
Er liggen nog zienswijzen over enkele van deze locaties vanuit de vorige besluitvormingsronde. Het
rechtstreeks van toepassing verklaren van die vorige zienswijzen op de huidige locaties vraagt
voorzichtigheid. De locaties mogen dan hetzelfde zijn, de aantallen asielzoekers zullen bij
kleinschaligheid fors kleiner zijn (150 plekken nu bij kleinschaligheid op meerdere locaties of 277
plekken bij opvang op één locatie ten opzichte van 450 plekken in de vorige besluitvormingsronde).
Om toch zicht te krijgen op veiligheidsaspecten heeft het Team Veiligheid van de gemeente een analyse
uitgevoerd voor de vijf locaties die we hebben bezocht in het kader van de vroegtijdige participatie
(Skoatterwâld, Heerenveen Noordoost, De Greiden, Akkrum en Nieuwehorne). De analyse is als bijlage
6.9 toegevoegd aan de rapportage. De conclusies van het Team Veiligheid komen er kort gezegd op neer
dat: –
de cijfers uit de quickscan met betrekking tot overlast en misdrijven rondom de locaties geen
aanleiding geven te verwachten dat een azc niet ingepast kan worden; – –
de sociale cohesie en daarmee de mate van acceptatie onder druk kan komen te staan bij een te groot
aantal asielzoekers ten opzichte van de bestaande gemeenschap;
er nadere uitwerking nodig is om te komen tot een passend veiligheidsplan met locatie-specifieke
maatregelen.
18: Vraag:
Alle voorgestelde locaties liggen op loopafstand van elkaar. Betekent dit dat we hierbij spreken van
1 groot AZC? 1 +1 =280 en is onze conclusie er geen sprake meer is van kleinschaligheid
Antwoord:
De gemeenteraad heeft gevraagd om minimaal twee locaties voor het aantal van 277
plekken dat Heerenveen volgens de spreidingswet moet realiseren. Er worden daarom
ook twee locaties voorgesteld. Beide tot maximaal 150 opvangplekken. Daarmee is er
geen sprake van één locatie met 277 opvangplekken.