Antoowrden op vragen van Heerenveen Lokaal

Roeken overlast #2

De antwoorden

Bewoners van Heerenveen noord en dan met name de omwonenden van het Hepkemabos ervaren al jaren overlast van een grote kolonie roeken die nestelen in dit bos.
In onze gemeente is overlast door Roeken een bekend probleem en een moeilijk op te lossen probleem gezien regelgevingen de aard van de roek.
Onze medewerkers van wijkbeheer doen waar het kan hun uiterste best, hier en daar ook met resultaat, als het gaat om overlast van roeken. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van
vofgelafweer-pistolen.
Ook door eigen constatering bij het Hepkemabos en ervaringen van Heerenveen Lokaal dienen ook hier gelijk als in andere overlast gevallen van roeken voor een gezond leefklimaat van de bewoners gepaste maatregelen te worden genomen. Eerdere ervaringen met roekenoverlast hebben evenwel geleerd dat het een uitermate tijdrovende en lastig op te lossen
probleem is.
Dat er mogelijkheden zijn heeft het verleden ons ook geleerd. Een voorbeeld is de overlast bij het appartementencomplex La Ronduite. (om 1 voorbeeld te noemen)
Wat het ook niet makkelijker maakt naast de fauna en flora wetten is dat ook de provincie een rol speelt in het geheel. Het Hepkemabos is als beheerplek aangewezen en de provincie hanteert daarvoor haar regels zoals in het (zie bijlage) Provinciaal kader soortenbeheerplannen Roek.
Bijgevoegd bij deze vragen is de brief/mail vanuit de bewoners Heerenveen Noord (geanonimiseerd, de brief/mail met namen wordt separaat naar de griffie gestuurd) waarin de bewoners aangeven dat de kolonie nestelende roeken een grote impact heeft op het dagelijks leven en gezondheid in de buurt bij het Hepkemabos.
Met het toevoegen van de brief vanuit de bewoners gaan wij er van uit dat het college hier actief op zal reageren en in overleg gaat, evenals het beantwoorden van de vragen van deze bewoners en die hieronder zijn toegevoegd.

  1. Heeft het college al eerder kennisgenomen van de roekenoverlast Hepkemabos?
    Zo ja, hoe is hier op gereageerd en welke acties zijn er daarbij ondernomen?
    Antwoord: De aanwezigheid van de roekenkolonie en ervaren overlast is bekend.
    Helaas veroorzaken roeken in bebouwde omgeving altijd overlast. Om verspreiding en
    grotere overlast te voorkomen zijn echter locaties nodig waar de kolonie niet verjaagd
    wordt. Het Hepkema’s bos is een van die locaties omdat de roeken hier op grotere
    afstand van woningen kunnen nestelen (niet in bomen boven tuinen/woningen).
    Omdat we overlast ten aanzien van uitwerpselen en het ergste lawaai willen beperken
    houden we een zone van min 30m vanaf de woningen vrij van roekennesten.
  2. Hoe is de roekenoverlast zoals bij het appartementencomplex la Ronduite bestreden
    en welke acties zijn hiervoor ondernomen?
    Antwoord: De roekenkolonie is nog jaarlijks aanwezig aan de Veldschans bij La Ronduite.
    We ontvangen geen klachten meer, het is ons niet bekend of er inderdaad geen overlast
    meer ervaren wordt. Net als het Hepkema’s bos is ook de Veldschans een beheerlocatie..
    Wat we gedaan hebben is een zone van 30m vrij houden van roekennesten, door het
    uithalen van nestbeginnen. Daarnaast zijn hier in combinatie met onderhoudswerkzaamheden enkele bomen verwijderd aan de zijde van de appartementen. Dit heeft
    er voor gezorgd dat er geen overlast van uitwerpselen is en door de grotere afstand zal
    het geluid van de roeken minder ervaren worden.
  3. Op welke locaties in de gemeente is er sprake van roekenoverlast?
    Antwoord: De locaties en het aantal roeken kunnen jaarlijks wisselen. Ieder voorjaar
    worden roeken op alle nieuwe locaties verjaagd, daardoor is de overlast beperkt tot
    enkele beheerlocaties. De locaties waar jaarlijks roeken aanwezig zijn:
  • Voormeerstate
  • Veldschans
  • Hepkema’s bos
  • Oude begraafplaats bij Hervormde kerk Aldeboarn
    3.a. Wat is de aanpak indien er overlast ervaren wordt en hoe zijn de resultaten van de
    gemeentelijke aanpak bij geconstateerde roekenoverlast?
    Antwoord: De aanpak verschilt voor nieuwe locaties en beheer/gedooglocaties.
    De gemeentelijke aanpak is om roeken jaarlijks van nieuwe locaties te verjagen. Uit onze
    ervaringen blijkt dat dit alleen succesvol is als roeken ook op locaties met rust gelaten
    worden. De roeken worden verjaagd met m.b.v. alarmpistolen en het uithalen van
    nestbeginnen. Dit is het meest intensief in maart en is toegestaan totdat de roeken
    eieren hebben gelegd/broeden.
    In het verleden is, onder begeleiding van een deskundige, groot ingezet op het naar het
    buitengebied lokken van de kolonies. Dit heeft geen effect gehad. Vervolgens hebben we
    ervoor gekozen om enkele door roeken zelf gekozen locaties te beheren als beheer of
    gedooglocatie. Dit zijn locaties waar de bomen niet direct naast woningen staan en de
    ervaren overlast van uitwerpselen, stank en lawaai kleiner is.
    Door deze aanpak is het gelukt om 32 locaties met grote overlast in 2006 (nesten in
    bomen boven woningen) in te perken tot de 4 genoemde locaties.
    We zijn ons ervan bewust dat roeken ook op deze beheerlocaties overlast veroorzaken.
    Daarom houden we, op advies van een deskundige, een zone van minimaal 30m aan die
    zo mogelijk vrijgehouden wordt van roekennesten. Dit wordt door de wijkteams gevolgd
    en uitgevoerd. Dit is op alle locaties succesvol. De roeken zijn daarmee niet weg maar we
    kunnen ze in een bepaalde richting sturen.
  1. In het Provinciaal kader soortenbeheerplannen Roek lezen wij het volgende:
    Blz 22: Afstand tussen locatie en bebouwing : De locatie ligt op een minimale
    afstand van 150 meter tot de bebouwing. Op deze manier wordt de kans op
    overlast zoveel mogelijk verkleind.
    Blz 22: Draagvlak in de omgeving : Er moet voldoende draagvlak bestaan in de
    omgeving van de locatie, om ongewenste verstoring van de roek op de locatie te
    voorkomen. Hierbij is het ook van belang dat de locatie geen overlast veroorzaakt
    van openbare functies als een begraafplaats of kerk.
    Vraag: klopt de conclusie van Heerenveen Lokaal dat het college de provinciale
    regelgeving voor het Hepkemabos niet volgt en in het huidige gemeentebeleid de
    erfgrens afstand van 30 meter wordt gehanteerd?
    Zo ja, waarom wijkt de gemeente in het geval van het Hepkemabos af van de
    provinciale regelgeving?
    Zo nee wat is de onderbouwing van het huidige gemeentelijke beleid als het gaat
    om de erfgrens afstand van 30 meter?
    Antwoord: De gemeente Heerenveen is in 2006 gestart met actief roekenbeheer. Dus
    voordat het provinciaal beleid is vastgesteld. De aanpak zoals omschreven bij vraag 3,
    leidt tot een beperkt aantal roekenlocaties.
    Om de ervaren overlast ook op beheerlocaties te verminderen houden we een zone van
    30 m aan. Dit is op advies van een deskundige die ons tussen 2006 en 2010 intensief
    begeleid heeft.
    We wijken af van de provinciale richtlijn omdat we de huidige aanpak vooralsnog willen
    voortzetten. Een locatie op een afstand van 150 meter valt buiten het Hepkema’s bos.
    Indien we de provinciale richtlijn actief volgen en roeken verjagen uit het Hepkema’s bos,
    verwachten we een flinke toename in inzet, kosten maar vooral ook van overlast voor
    een groter aantal inwoners.
    Als we de roeken ook op beheerlocaties verjagen, weten we uit ervaring, dat de roeken
    zich in kleinere groepen verspreiden door de wijk, in de hoogste bomen in de directe
    omgeving. Dat betreft woonstraten waar dan overlast door zowel uitwerpselen als lawaai
    ontstaat. Daarmee zouden alle inspanningen sinds 2006 voor niets zijn geweest.
    De roeken in oa Heerenveen hebben een voorkeur voor locaties met hoge bomen aan de
    rand van veilige bebouwde omgeving, met landelijk gebied op korte afstand om te
    foerageren (en afval van Mc Donalds). Locaties die voldoen aan de provinciale richtlijnen
    zijn hoofdzakelijk buiten de bebouwde omgeving aanwezig. In het verleden hebben we
    geïnvesteerd in het verjagen en lokken naar dergelijke locaties (Oranjewoud). Dat had
    echter geen effect.
    Het college wil nogmaals benadrukken dat we begrijpen dat omwonenden van het
    Hepkema’s bos jaarlijks overlast ervaren. We willen het provinciaal beleid in zoverre
    volgen dat we extra maatregelen gaan treffen om de roeken te verplaatsen naar de
    andere zijde van het bos, op grotere afstand van de woningen.
  2. Heeft het college bij de vaststelling van het Hepkema’s bos als beheerplek actief
    gecommuniceerd met de omgeving en draagvlak gecreëerd? Zo ja welke acties
    zijn hiervoor ondernomen? Zo niet waarom niet?
    Antwoord: Er zijn al sinds 2010 roeken aanwezig in het Hepkema’s bos. De kolonie is
    daarna steeds groter geworden. Er is in het verleden niet actief gecommuniceerd over
    het gedogen van roeken in het bos, er is echter wel aandacht voor geweest in diverse
    media. Er is gecommuniceerd in het geval van klachten en over het verjagen uit de
    bosrand.
  3. Roekenkolonies binnen de bebouwde kom veroorzaken geluids-en ontlastingsoverlast.
    Gedurende de broedperiode maken de roeken van zonsopgang tot zonsondergang continue
    lawaai. Het langdurige lawaai veroorzaakt bij sommige omwonende psychische druk.
    Daarnaast veroorzaakt de ontlasting van de roeken voor stand en vervuiling. Hierdoor
    ontstaat er een risico op de volksgezondheid als gevold van uitwerpselen op woningen en in
    tuinen.
    Vraag: heeft het college de genoemde risico’s zoals hier genoemd laten meewegen bij het
    vaststellen van beheerplek Hepkemabos?
    Zo ja welke onderzoek heeft hiervoor plaatsgevonden.
    Zo nee, waarom niet?
    Antwoord: Uitgaande van de oorspronkelijke situatie in Heerenveen met 32
    overlastlocaties is het een afweging van risico’s en gevolgen geweest. De genoemde
    risico’s zijn meegewogen t.o.v. andere overlastlocaties. Hoewel lawaai wel aanwezig
    blijft, zijn de risico’s als stank, uitwerpselen en lawaai kleiner maar ook beter te sturen
    dan op locaties waar meer woningen, op kortere afstand van bomen staan.
    Zoals ook bij vraag 4 is beantwoord zijn locaties waar woningen op grotere afstand staan
    alleen buiten de bebouwde omgeving te vinden. Het daar naartoe verjagen vraagt echter
    veel inspanning en is onzeker wat betreft het resultaat.
  4. Is de bepaling van beheerplek Hepkemabos een bevoegdheid geweest van
    gemeente of provincie of beide?
    Antwoord: De gemeente heeft de locatie als beheerplek aangegeven in haar
    activiteitenplan ten behoeve van de ontheffing die we om de 5 jaar aanvragen.
  5. Is het label ‘beheerplek’ te wijzigen, zo ja hoe en zo nee waarom niet?
    Antwoord: Dat label is te wijzigen. Hierbij moeten echter de risico’s en gevolgen
    meegewogen worden. Zie antwoord vraag 3 en 4
  6. Wat kunnen de gevolgen zijn indien het Hepkemabos niet meer is aangewezen als
    beheerplek zoals nu het geval is?
    Zie antwoord vraag 3 en 4
    10.Bent u het met Heerenveen Lokaal eens dat deze overlast met alle methoden die
    zijn toegestaan dient te worden bestreden en daarmee overlast situatie ophoud te
    bestaan dan wel te minimaliseren? Zo ja wat gaat het college doen? Zo nee
    waarom niet en laat u de bewoners aan hun lot over gezien de al jaren durende
    overlast?
    Antwoord: Wij zijn het met Heerenveen Lokaal eens dat de overlast zo beperkt mogelijk
    moet zijn voor de omwonenden. We willen maatregelen treffen binnen de wettelijke
    mogelijkheden en zonder risico van verspreiding van overlast.
    Het verjagen vanuit de bosrand bij de woningen, zodat de roeken aan de zijde van de
    Munnikspetten gaan nestelen is effectief gebleken afgelopen jaren. We willen die aanpak,
    vanaf broedseizoen 2024, intensiveren om de vrije zone tussen woningen en roeken te
    vergroten. Naast het uithalen van nestbeginnen zullen we kleinere nestbomen kappen,
    voor zover dit binnen onderhoud van het bos en ontheffing past. De grote eiken blijven
    staan maar door een deel van de nestbomen daaromheen te kappen zijn er minder
    geschikte bomen. Het voordeel daarbij is dat de eiken beter bereikbaar zijn om
    nestbeginnen te verwijderen. Door deze aanpak verjagen we de roeken naar de oostzijde
    van het bos, ter hoogte van de ijsbaan. Door ook de komende jaren te verjagen hopen
    we dat de roeken kolonie geleidelijk meer richting ijsbaan en groenstrook langs de
    Weinmakker trekt.
    Deze aanpak communiceren we via o.a. een bewonersbrief aan de omwonenden.
error: De inhoud van de website is van Heerenveen Lokaal